Dagelijkse Groenmarkt, Den Haag. Terwijl ik zat te dubben of ik mijn tekening als mislukt moest beschouwen, omdat ik niet goed had nagedacht over het perspectief, kwam er een zwerver naar me toe. ‘Dag meneer, hoe gaat het?’ ‘goed.’ ‘Bent u kunstenaar?’ ‘Nee, dit is een hobby.” ‘Wat bent u dan?’ ‘Onderwijzer.’ ‘Mijn moeder ook.’ Hij noemde de naam van de school van zijn moeder. Klonk bekend. Toen hij zei hoe zijn moeder heette, wist ik het zeker: ik had bij haar stage gelopen, in mijn eerste jaar op de Pabo. ‘Dus u kent mijn moeder? Shit man, wat is de wereld klein!’ Hij vertelde dat zijn moeder veel verdriet om hem had. Ondanks de hitte had hij een jas aan, dat was voor vannacht, zei hij. Zijn slaapplaats was onder een brug. Ik gaf hem het muntgeld dat ik in mijn portemonnee had. Hij wees me nog op een pinautomaat vlakbij, maar dat ging mij weer te ver. Hij prentte mijn naam goed in mijn hoofd en beloofde de groeten te doen aan zijn moeder. Zij is inmiddels ook met pensioen.

Een indrukwekkend verhaal. Wat is de wereld toch klein.
LikeGeliked door 1 persoon