Tag: Wassenaar

Zij was een ware moeder voor haar volk.

Wilhelminaplein, Wassenaar, met het monument voor koningin Emma op de voorgrond en de Kievitkerk op de achtergrond.

Een man kwam naast me zitten. Hij vertelde: “Mijn vrouw doet hetzelfde als u. Ze is altijd aan het tekenen. We gaan ook vaak naar musea: Singer Laren, het Van Gogh museum, u kent dat wel. Ze kan heel goed tekenen, maar ze is te perfectionistisch. Het is nooit goed. Ze blijft eindeloos werken aan een tekening. Om losser te worden experimenteert ze nu met collages en monoprint.” Toen ik op het punt stond weg te gaan, werd ik aangesproken door een man op de fiets. Hij was op weg naar zijn werk als huismeester op een landgoed in Wassenaar. Hij wilde graag mijn tekening zien. Hij had een zoon die heel goed portretten kon tekenen, levensecht.

De Schelpengrot

De Schelpengrot, Buitenplaats Backershagen, Wassenaar. Tuinen van buitenplaatsen waren vroeger niet alleen opgesmukt met theekoepels, doolhoven, waterwerken, loofgangen, siervazen en andere “vermaeckelijckheden”. Soms werd als extra attractie een grot gebouwd, die de indruk moest wekken eeuwen oud te zijn. Deze schelpengrot, die in 1775 in opdracht van Cornelis van Backer is aangelegd, is daar een voorbeeld van. (Bron: ‘Het merckwaerdigste meyn bekent’, Jan Bouman)

Landgoed Backershagen, Wassenaar

Wat begon als een eenvoudige hofstede groeide onder vermogende eigenaren uit tot een langgerekte buitenplaats met een uitzonderlijk park. Cornelis Backer begon rond 1726 met de vorming van een volwaardige buitenplaats. Tegenwoordig is Backershagen een unieke schakel in een zone van Wassenaarse landgoederen.

Op de terug op de Wassenaarseweg herinnerde ik daar begin jaren 90, tijdens de pauze veel vliegenzwammen zag. Daar lette ik op, en ik vond er één.

Hertenkamp, Wassenaar

Vanmiddag: Hertenkamp, Wassenaar. Ik hoorde stemmen: een echtpaar, twee jonge kinderen. De moeder: “We gaan zo zitten…Oh, er zit een meneer te tekenen…Hij zit op het bankje.” Even later achter me uit het bos, hoorde ik haar luid zeggen: “Ga maar op deze stronk zitten.” Mijn aanwezigheid zat haar duidelijk dwars.

Bij Clingendael, op de terugweg, lag een man van mijn leeftijd onder zijn step. Zijn hoofd was geschaafd en zijn neus bloedde. Hij zei dat er niets aan de hand was, maar zo zag hij er niet uit. Hij was gevallen bij het remmen. Er waren nog twee tot hulp bereide omstanders, een man en een vrouw, ook op leeftijd. ‘Nooit alleen je voorrem gebruiken, dan sla je over de kop!‘, zei de mannelijke omstander, terwijl hij de step overeind zette.. ‘Dat weet ik, maar ik deed het toch!’, antwoordde de gevallen man. ‘Learning it the hard way!’, merkte de vrouw op. De man krabbelde overeind. ‘Geen sport voor mensen van onze leeftijd!”, zei ik. Dat was hij niet met mij eens, hij vond het een duursport die je tot op hoge leeftijd kan beoefenen, en wankel zette hij zijn tocht voort.